Verschillende leerstijlen van jongens en meisjes

Jongens zijn anders dan meisjes. Ze vertonen vaker grensoverschrijdend gedrag.  Jongens zijn fysiek en dagen elkaar uit. We vinden dit gedrag vaak ongewenst en willen dit veranderen, zodat er weer rust in de groep is. Maar is het zo erg dat jongens met elkaar stoeien? en hoe kunnen we hen betrekken tijdens de kinderdienst in de kerk? In dit artikel geven we antwoorden op deze vragen.

Hersenen zitten anders in elkaar

De hersenen van jongens en meisjes wijken licht van elkaar af. Het resulteert in zichtbare verschillen in gedrag. Jongens houden van fysieke sporten, auto’s en competitie. Meisje zijn coöperatief en willen graag geliefd zijn. In een online artikel staan enkele verschillen uitgewerkt die heel herkenbaar zijn in het lesgeven tijdens de kindernevendienst. Het is goed om je bewust te zijn waarom jongens zich anders gedragen en hoe je hen kunt stimuleren.

Doorbloede hersenen en andere opbouw van de hersenen

De hersenen van meisjes kennen een 15% betere doorbloeding. Daarnaast hebben meisjes doorgaans sterkere neurale connectoren in de temporale kwab, waardoor ze een betere gedetailleerde geheugenopslag, luistervaardigheid en discriminatie van stemtonen mogelijk maken. Deze combinatie zorgt ervoor dat meisjes zich gemakkelijk een lange tijd kunnen concentreren, tot wel 15 of 20 minuten.

Zoals gezegd hebben de jongens een slechtere doorbloeding van de hersenen. Daarbij functioneren de hersenen op de volgende manier. Om opnieuw op te laden voor een volgende uitdaging, gaan de hersenen in een ruststand, dat al snel over gaat in een slaapstand. Dit gebeurt al na 5 minuten.
De jongen achter in de klas wiens ogen naar de slaap dwalen, is in een toestand van neurale rust gekomen. Het zijn voornamelijk jongens die wegdromen zonder opdrachten af te maken, die stoppen met het maken van aantekeningen en in slaap vallen tijdens de les, of die met potloden tikken of op een andere manier friemelen in de hoop wakker te blijven en te leren.

Dit geldt met name wanneer de leraar meer woorden gebruikt om een les te onderwijzen in plaats van ruimtelijk en schematisch te zijn. Hoe meer woorden een leraar gebruikt, hoe groter de kans dat jongens ‘uit hun slaap vallen’ of in een rusttoestand gaan. Het mannelijk brein is beter geschikt voor symbolen, abstracties, diagrammen, afbeeldingen en objecten die door de ruimte bewegen dan voor de eentonigheid van woorden.

Oxytocine versus testosteron

Van nature hebben jongens dus actie nodig en is het voor meisjes eenvoudiger om alert te blijven. Meisjes hebben meer het hormoon oxytocine in hun lichaam, het ‘knuffelhormoon’. Dit zorgt ervoor dat aardig zijn en aardig gevonden worden belangrijk voor ze is, zodat ze zich prettig voelen. Meisjes houden dus meer rekening met jou als leraar om complimenten te ontvangen. Jongens zijn daar niet of minder mee bezig.
Jongens hebben meer van het hormoon testosteron in hun lichaam. Daardoor zijn ze wat impulsiever, competitiever en actiever.

Vind meer informatie over hoe verschillen in de hersenen verschillen in gedrag bewerkstelligen in de Engelse artikel van de ASCD.

Hoe leren jongens? Hoe leren meisjes?

In de tabel hieronder staat hoe meisjes en jongens het liefst leren. Ongeveer twintig procent van de jongens leert op een meisjesachtige manier en vice versa.

Meisjes

Jongens
Meer’talig: Voorbeeld: Liefdespoëzie, zang, handlettering Ruimtelijk – wiskundig: Voorbeeld: auto’s of huizen in miniatuur bouwen of puzzels oplossen
Stapsgewijs

We maken een wandeling naar een ander dorp: Meisjes willen weten, wat nemen we meenemen (water, kaart, etc), hoe gaan we, wie gaat er met ons mee, wat als we niet weten waar we heen moeten, kun je dan met ons meegaan om ons te helpen? Enz

Trail en Error (proberen en falen)

We maken een wandeling naar een ander dorp: Ze willen alleen de naam van het dorp weten en gaan hardlopen. Na een tijdje krijgen ze dorst en beginnen ze zich te realiseren, de volgende keer neem ik water mee. Ze krijgen honger. Op een gegeven moment weten ze niet waar ze heen moeten. Ze beseffen dat een kaart handig zou zijn. Enz..

Risico’s vermijden: Vertel ze dat ze een rivier moeten oversteken. Meisjes zullen bang zijn en om een brug vragen.

Risico’s opzoeken: Jongens houden van de uitdaging en beginnen met zwemmen of het bouwen van een boot.
Emoties uiten en interpreteren:

Ze voelen zich op hun gemak als er aandacht is voor wat ze voelen en willen dat anderen zich op hun gemak voelen.

Gericht op beweging:

Niet geïnteresseerd in het gevoel van anderen. Ze zijn hier voor een potje voetbal of een ander spel waar ze kunnen rennen en scoren.

Reproduceren gericht (Uit het hoofd leren): Meisjes zullen trouw zijn en goed in het leren van feiten. Zo werken hun hersenen. Meisjes vinden het ook leuk om dingen te ontdekken, maar het is niet hun natuurlijke gedrag. Maken verbindingen en zijn meer synthetisch (Ontdekkende houding): Jongens hebben een hekel aan het leren van feiten omdat hun hersenen niet op die manier zijn georganiseerd. Ze worden blij als je ze vraagt om overeenkomsten te ontdekken in verschillende verhalen. Of waarom God zich in deze situatie anders gedroeg.

Samenwerken: Ze geven er de voorkeur aan om dingen samen met anderen te maken.

Zelfstandig werken: Ze geven er de voorkeur aan om dingen zelf te creëren.

Coöperatief: Ze zijn graag behulpzaam voor anderen in een team en voor andere teams. Winnen is voor hen niet belangrijk.

Competitief: Ze willen leiders zijn in een team en staan niet open voor samenwerking met andere teams. Ze willen winnen.

Lange taken (geen rustmomente):

Ze kunnen zich heel gemakkelijk lang concentreren.

Korte taken (rustmomenten):

Hun concentratie is over het algemeen kort. Ze hebben dus tijd nodig om (elke 5-10 minuten) een pauze te nemen en dan kunnen ze weer verder.

Vrouwelijke personen, voorbeelden, tekst, afbeeldingen zijn vrouwelijk

Ze voelen zich veel meer aangetrokken tot een verhaal als het over vrouwen gaat en als er meisjes op foto’s staan.

Mannelijke personen, voorbeelden, tekst, afbeeldingen

Ze voelen zich aangetrokken tot een verhaal als het over mannen gaat. Ze houden van foto’s met sterke mannen.

Hoe maak je de kinderdienst aantrekkelijk voor jongens

  1. Besteed niet te veel aandacht aan hun bewegelijkheid. Dat hebben jongens juist nodig om te kunnen blijven luisteren. Anders vallen ze letterlijk in slaap.
  2. Vertel aan het begin van de dienst wat je precies gaat doen, dan weten jongens waar het naar toe gaat.
  3. Ga met kinderen tussen de 9 en 12 jaar in gesprek tijdens de Bijbeltijd. Laat ze zelf de Bijbel induiken en conclusies trekken aan de hand van vragen die je stelt.
  4. Vraag aan jongens niet wat ze hebben geleerd of hoe ze het hebben ervaren, maar wat heb je gedaan? Hoe heb je het aangepakt? Hoe ben je tot die conclusie gekomen?
  5. Vertel ze niet wat ze fout hebben gedaan, maar wat jij gezien hebt wat ze hebben gedaan en hoe ze het anders hadden kunnen doen.
  6. Geef jongens veel complimenten. Zeggen dat ze stil moeten zitten is geen compliment. Jongens krijgen twee-derde aandacht in de klas, maar het zijn bijna alleen maar correcties. Draai dit om, stimuleer beweging en bevestig ze daarin. “Wat kan jij hard lopen. Nu gaan we even rustig zitten. Zometeen gaan we weer bewegen.” of “wat kun jij hard schreeuwen! Kun jij ook rustig iedereen bij elkaar halen/roepen zodat we verder kunnen met de les? Wat heb je dat goed gedaan!”

Tips om beweeglijkheid te kanaliseren

Om de jongens hun beweeglijkheid te kanaliseren moet je bewust bewegelijkheid inbrengen in de dienst. Vijf tips:

  1. Begin een kinderdienst met een spel waar een competitie-element in zit en beweging. Bijvoorbeeld door tikkertje te doen aan het begin van de dienst. Het is leuker hier variatie in te brengen en dat het spel iets te maken heeft met het Bijbelverhaal.
  2. Als er een Bijbelverhaal is, laat ze dan ondertussen iets kleuren of knippen of laat ze kleien met een soort kneedgum.
  3. Schuif alle stoelen en tafels aan de kant en laat ze liggen op de grond. Of geef ze opdracht om in een bepaalde houding te gaan zitten en kijk wie dit het langst vol houdt. Met benen gekruist of met de benen omhoog. Of de armen omhoog.
  4. Stel gedurende je verhaal af en toe vragen om ze scherp te houden.
  5. Werk in korte blokjes. Behoud de interactie.

Deze tips kunnen nog verder aangevuld worden met andere tips. Er is een wereld te ontdekken voor kinderwerkers hoe we jongens meer tot hun recht kunnen laten komen in de kinderdiensten. Wanneer we hier in slagen dan zullen ze ook veel positievere associaties ontwikkelen ten aanzien van God. Want God heeft jongens net als meisjes naar Zijn beeld geschapen.


In de kinderwerkmethode van Er op uit! wordt veel aandacht besteed aan het doen van dingen, Xpedities en competitie-elementen. Jongens zijn daardoor extra gemotiveerd om naar de kerk te gaan vanwege het aantrekkelijke programma. Vraag eens een proefles aan >>>


Meer over het leerverschil tussen jongens en meisjes op latere leeftijd

Een uitgebreid artikel in het dagblad Trouw onderstreept de prestatieverschillen tussen meisjes en jongens. Vrouwen overvleugelen de mannen op HBO en WO-niveau. Is dat erg? Nee. Waarom dan toch aandacht hiervoor? Zijn jongens dommer geworden? Zijn vrouwen nu eenmaal slimmer? Nee, dat is niet het geval. Ze zijn qua intelligentie even slim, maar jongens onderpresteren ten opzichte van meisjes binnen het huidige schoolsysteem. We halen enkele alinea’s aan uit het artikel:

Binnen het voortgezet onderwijs wordt ook geworsteld met het verschil tussen jongens en meisjes

Het probleem: jongens presteren onder de maat. Het begint al aan het einde van de basisschool, daar krijgen jongens lagere cito-scores. En eenmaal op de middelbare school halen ze lagere rapportcijfers, blijven ze vaker zitten en moeten ze vaker een niveau terug. “Ik doe dit werk nu dertig jaar. Ik zie jongens letterlijk steeds stiller worden in de klas”, zegt Siep de Haan, wiskundedocent op het Bonifatius College in Utrecht.

In Nederland ontstaat in het schoolsysteem langzaam een bewustzijn dat jongens anders leren dan meisjes. En niet alleen anders leren, maar ook gemotiveerd worden door andere factoren.

“Meisjes willen vaker beginnen bij details en vervolgens stapje voor stapje het volgende doen. Bij jongens zie je vaker dat ze een overzicht willen en vervolgens hun eigen route bepalen.”

“In het onderwijs ziet een natuurkunde docent dat lesstof wordt opgehakt in stukjes met een bijbehorende toets. “Dat past bij detailstrategen, meisjes veelal. Dat is waarom meisjes het vaak beter doen. Jongens houden meer van experimenten en een korte uitleg.”

Een kleine ingreep maakt soms al een heel verschil. Siep de Haan: “Jongens zijn beweeglijker en werken veel meer proefondervindelijk. Meisjes hebben meer zelfdiscipline, werken stap voor stap, schrijven netter, lezen langer. In de klas doe ik weleens een dansje met de leerlingen als de jongens rumoerig worden, daarna werken ze weer rustig door.” Ook merkt De Haan dat jongens beter presteren als hij een beroep doet op hun competitiedrang. “Ik had een eerste klas gymnasium waar de jongens al aan het begin van het jaar gemiddeld een punt lager scoorden dan de meisjes. Ik heb het benoemd: ‘Jongens, jullie cijfers zijn lager. Gaan we dit het hele jaar zo doen?’ Dat had effect, toen ging het beter.”


Bronnen: Boomberoepsonderwijs en Dagblad Trouw | Video: Leraar24 / Studio24 | coverfoto: iStock

Trefwoorden: jongens, meisjes, kinderwerk, sekseverschillen, manier van leren, didactiek, kerk, gemeente, kindernevendienst, uitdaging, competitie, opdrachten, beweeglijkheid, aantrekkelijk, lesgeven, kinderwerkers, jongen, testosteron, oxytocine, agressief, impulsief, competitief, actief, oxytocine, jongen, man, kinderen, lesgeven, trial and error, trial error, basisschool, zondagsschool

    * = verplicht veld